Rendement van objectgeoriënteerd programmeeronderwijs

Auteur(s): 
Ernst Koldenhof, Universiteit Utrecht, EKoldenhof@lekenlinge.nl
Johan Jeuring, Universiteit Utrecht, johanj@cs.uu.nl
Sandra Ruth, sandraADruth@gmail.com
Samenvatting: 

Programmeren neemt een steeds belangrijker rol in binnen het Informaticaonderwijs. Voor het programmeeronderwijs zijn er drie methoden op de Nederlandse markt, waarvan er twee, Enigma en BlueJ, een onderdeel voor objectgeoriënteerd programmeren hebben. Om de leeropbrengst van deze methoden te meten, zijn we een onderzoek gestart waarin deze methoden met elkaar worden vergeleken. In dit artikel beschrijven we de resultaten van een pilot van dit onderzoek met de BlueJ methode. We onderzoeken welke suggesties uit de literatuur zijn toegepast, en wat de vakinhoudelijke vorderingen zijn na een serie van 20 lessen. Hiervoor zijn onafhankelijk van de methode twee toetsen, een tussentijdse en een eindtoets, samengesteld. Uit de vakinhoudelijke vorderingen blijkt dat leerlingen fouten goed kunnen herkennen en dat zij in staat zijn om begrippen te omschrijven. Het implementeren van een klasse aan de hand van een klassendiagram gaat hen goed af, maar ze scoren slechter op de implementatie van een klassendiagram met gekoppelde klassen.

Trefwoorden: 
Objectgeoriënteerd programmeren, informaticaonderwijs, voortgezet onderwijs, leren programmeren, onderwijsrendement

Doelgroep: